Jonge kinderen met spraaktaalontwikkelingsstoornissen 

Communiceren is niet alleen praten. Ook zonder woorden maken mensen elkaar veel duidelijk. Kinderen communiceren al lang voordat ze gaan praten door te huilen, geluiden te maken, door middel van gezichtsuitdrukkingen, bewegingen van hun lichaam, of door naar iets te reiken.

Later laten ze merken wat ze willen door iets aan te wijzen, een gebaar te maken of te praten.
Als de spraaktaalontwikkeling niet goed verloopt en je begrijpt je kind niet goed, of je kind begrijpt jou niet goed, dan is dat heel frustrerend voor beide partijen.
Ik heb als logopediste in mijn opleiding veel geleerd over de normale en afwijkende ontwikkeling van communicatie, spraak en taal en volg nog jaarlijks opleidingen en bijscholingen op dit gebied.
De eerste stap om een kind te helpen bij het communiceren is leren hoe dat kind communiceert.
In mijn praktijk werk ik het liefst met kinderen en ouders samen. Als ouder ken je je kind het allerbest. Je bent de belangrijkste persoon voor je kind en trekt het meest met hem op.
Ik vind het prettig om met mijn kennis en vaardigheden en die van de ouders naar een kind te kijken. Samen staan we sterk en helpen we een kind om zo goed mogelijk te leren communiceren met zijn omgeving.
Het is de bedoeling dat kinderen en ouders zich in mijn praktijk welkom en veilig voelen, zodat de voorwaarden om te leren als vanzelf worden gecreëerd.
Kinderen leren door te spelen, therapeut en ouders bieden juist dat spel aan, waar het kind het meest van leert.

Sensorische Informatieverwerking 

Sensorische informatieverwerking is een hele mond vol, maar betekent eigenlijk niet meer dan ‘zintuiglijk’: horen, proeven, ruiken, voelen.

Bij sommige kinderen werken de zintuigen niet goed samen. Ze hebben dan sensorische informatieverwerkingsproblemen. Dat uit zich in hun gedrag. Ze zijn bijvoorbeeld heel onhandig, of worden snel boos. Maar het kan hun gedrag ook op heel andere manieren beïnvloeden.

Onze zintuigen werken de hele dag samen om ervoor te zorgen dat we goed reageren op onze omgeving. Ze informeren ons in feite over de wereld om ons heen. Ze laten ons weten dat we bij een groen stoplicht door moeten rijden en ze vertellen ons dat we bij een volle blaas naar de wc moeten. Ze bestaan afzonderlijk van elkaar, maar moeten als een geheel functioneren.

Een kind met sensorische informatieverwerkingsproblemen heeft een minder georganiseerd brein. Omdat de samenhang tussen hersenen en gedrag heel sterk is, zal zijn gedrag ook minder georganiseerd zijn. Dat kan zich op een heleboel verschillende manieren uiten.
Dat is wat herkenning van sensorische informatieverwerkingsproblematiek lastig maakt: de symptomen zijn bij ieder kind verschillend. Er zijn immers héél veel zintuigen en die werken ook nog eens bij iedereen anders.

Herkent u uw kind in de voorbeelden ?  Dan is het goed om met uw kind eens langs te gaan bij een therapeut die gespecialiseerd is in SI. Die kan zien welke behandeling voor uw kind nodig is, zodat het weer goed in het dagelijks leven kan meekomen en het vertrouwen in zichzelf terugkrijgt.
In de therapie wordt veel gebruik gemaakt van spelletjes die de verwerking van zintuiglijke informatie stimuleren. De therapeut kijkt waar de problemen liggen, zodat de omgeving het kind ook op een andere manier kan benaderen. Desgewenst worden ook de school of andere hulpverleners bij de behandeling betrokken. Er is zeker niet alleen aandacht voor de problemen van het kind; het kind kan ook laten zien wat het wel kan.

Preverbale Logopedie 

Logopedie voordat het spreken begint. Ook het begeleiden van het begin van de communicatieve ontwikkeling van jonge kinderen wordt prelogopedie of preverbale logopedie genoemd.

Als een kind problemen heeft met het drinken uit de borst of uit de fles, het eten van de lepel of het leren kauwen kan prelogopedie gegeven worden. Dit gaat altijd via een verwijzing van een arts (bijvoorbeeld een huisarts of een kinderarts). Dit laatste is belangrijk, omdat eerst nagegaan moet worden of er geen onderliggende medische problemen zijn die de moeilijkheden in het mondgebied veroorzaken.

Gehoorproblemen 

Als je kind niet goed hoort, mist hij veel van wat er om hem heen gebeurt en gezegd wordt en begrijpt hij vaak niet wat er van hem verwacht wordt. Kinderen leren praten, door hun voorbeelden, vaak de ouders, te imiteren.Maar als ze niet goed horen, lukt dat imiteren niet.

De logopedist kan helpen met uitleg, advies, behandeling en ondersteunende communicatie, bv. gebaren.

Articulatieproblemen 

Kinderen met uitspraakproblemen zijn vaak niet verstaanbaar voor hun omgeving. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

Soms kan een kind de betreffende klank nog niet maken. Het zegt bv. “toetje” in plaats van “koekje”. Dit is een articulatieprobleem. Dat kan veroorzaakt worden door onvoldoende beheersing van de mondmotoriek, bijvoorbeeld doordat het kind nog veel op een speen of zijn duim zuigt.Het kan ook zijn dat het kind zo vaak oorontstekingen heeft gehad, dat het een tijdlang niet goed kon horen en dus het verschil tussen de klanken niet kon horen. Of dat het de eerste jaren van zijn leven steeds verkouden was, waardoor hij niet goed hoorde. Als het de klank eenmaal kan maken, gebruikt het deze ook in woorden als “kaas, ik, wakker, klein”.

Fonologische stoornissen 

Een fonologische stoornis is een taalprobleem: het kind heeft onvoldoende ontdekt hoe woorden in elkaar zitten. Kinderen met een fonologische stoornis kunnen meestal wel veel spraakklanken maken, maar tijdens het spreken doen ze dit niet (of niet altijd). Het kind vervangt bijvoorbeeld de k door een t, laat klanken weg of zegt ze op de verkeerde plaats in het woord. Soms hoort het de fout wel als iemand anders die maakt, maar denkt het toch dat hij het zelf goed zegt. Het begrijpt dan niet wat het bij het uitspreken van woorden moet veranderen. Corrigeren door de ouders helpt dan niet: het kind raakt daardoor soms juist gefrustreerd.

Bij jonge kinderen zal een fonologische stoornis vooral problemen geven bij het spreken. Er kunnen later echter ook leesproblemen ontstaan. Om te kunnen leren lezen en schrijven moet je namelijk goed kunnen horen welke klanken een woord heeft.

ASS (Autistische Spectrum Stoornissen) 

Kinderen met problemen in het Autistische spectrum hebben moeite met sociale interactie en communicatie.  De logopedist kan helpen bij het verbeteren van de communicatieve vaardigheden.

Dyslexie 

Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Soms leest een kind nog niet eens, maar vertoont het al wel risicofactoren. Een vroege adequate begeleiding (onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar verkleint wel de uitingsvorm ervan. De behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist levert zo een grote bijdrage aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van de gevolgen.